Namen van gebouwen hebben vaak een diepe betekenis. Denk aan De Schaapskooi te Klaaswaal, waar de ChristenUnie vaak vergadert. Denk ook aan Betesda in Jeruzalem, dat huis van saamhorigheid, van barmhartigheid betekent. We lezen erover in Johannes 5:1-9. Maar is Betesda een huis van saamhorigheid? Betesda is een open badhuis. Rond het bad liggen vele zieken, blinden en verlamden. Ze wachten tot het water gaat bewegen, dan wordt het geneeskrachtig. Een engel van de Heer, God zelf dus, zorgt daarvoor. Maar slechts de eerste zieke die in het water komt geneest van zijn kwaal. Dus wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Iedereen wil beter worden en wil als eerste in het water springen. Van saamhorigheid in Betesda is dus helemaal geen sprake. De mensen denken alleen aan zichzelf. Er ligt daar ook een man die al 38 jaar ziek is, een mensenleven lang. Nooit heeft hij als eerste het bewegende water kunnen bereiken. Nooit heeft hij voorrang gekregen. Als Jezus vraagt: “Wil je gezond worden?”, zegt hij: “Ik heb geen mens om mij, zodra het water gaat bewegen, in het bad te helpen, altijd is een ander mij al voor.” Verschrikkelijk is het, ook vandaag, als je niemand hebt, als je moet zeggen: Ik heb geen mens. Geen mens om mij te helpen. Jezus helpt de man dus, Hij zegt: “Sta op”, zodat de man weer kan lopen, weer mens kan zijn tussen de mensen. Dat is onze taak als ChristenUnie: eraan meewerken dat mensen die aan de kant staan, jong en oud, de juiste zorg, aandacht, onderwijs en behandeling krijgen, zodat ze weer meetellen! Zodat niemand hoeft te zeggen: Ik heb geen mens. Zodat Nederland één groot Betesda wordt, één groot huis van saamhorigheid en barmhartigheid. Kees Groenendijk, bestuursvoorzitter CU Hoeksche Waard